cv radiator

Cv-radiatoren

Ontlucht je radiatoren eens per jaar. Als er lucht in de cv-installatie zit, verwarmt de cv namelijk minder goed. Daarnaast kun je zo’n 10 tot 15% energie besparen door de radiatoren waterzijdig in te (laten) regelen.


Ontluchten

Check voordat je gaat ontluchten, eerst of het water moet worden bijgevuld. De waterdruk moet tussen de 1,6 en 2,0 bar zijn.

Zet de verwarming 10 minuten aan zodat het water goed door de cv stroomt. Zet dan de thermostaat zo laag mogelijk. De ketel stopt met branden. Wacht 10 minuten. Zorg dat je een ontluchtingssleuteltje klaar hebt liggen en een doekje om eventueel lekkend water op te vangen.

Begin nu met de radiatoren beneden in je huis en werk dan naar boven. Draai bij elke radiator eerst de radiatorkraan dicht. Draai dan met het ontluchtingssleuteltje het ventiel aan de zijkant van de radiator open (tegen de klok in). Houd er voor de zekerheid een doekje onder; er kan wat (vies) water uitkomen. Zodra er geen lucht meer uitkomt, draai je het ventiel weer dicht. Ontlucht tot slot het expansievat en de ventielen die in het hoogste punt van de leidingen zijn aangebracht.

Draai alle radiatorkranen weer open en zet de thermostaat hoger. Laat de ketel 10 minuten branden en controleer dan nogmaals de waterdruk in de cv-ketel. Het kan zijn dat het water door het ontluchten weer moet worden aangevuld.

 

Waterzijdig inregelen

Door de radiatoren waterzijdig in te regelen zorg je ervoor dat het warme water met de juiste snelheid door de radiatoren stroomt. Zo kan het water in alle ruimtes de juiste hoeveelheid warmte afgeven. Alle ruimtes worden dan comfortabel en gelijkmatig verwarmd. De juiste instelling van elke radiator hangt af van de afstand tot de ketel. Als een radiator ver van de ketel is, zal de waterdruk lager zijn en dus zal de doorstroomopening groter moeten zijn.

Je kunt je cv-installateur dit werk laten doen. Reken op € 80 tot € 100 per radiator. Je kunt het eventueel ook zelf doen. Dan kun je de doorstroomopening in de radiatorkraan aanpassen of die in het voetventiel. Maar omdat dit laatste tot verstopping kan leiden, heeft het aanpassen van de radiatorkraan sterk de voorkeur.Tegenwoordig zijn er ook thermostatische radiatorafsluiters met een ingebouwde drukregelaar die drukverschillen automatisch opvangt.

 

Zelf inregelen

Zorg dat je over een infraroodthermometer (ir-thermometer) beschikt. Deze kun je bij een bouwmarkt kopen. Er zijn zelfs complete doe-het-zelf-kits voor het waterzijdig inregelen. Misschien kun je er ook een lenen (als je lid bent, vraag er dan bij burgercoöperatie LochemEnergie naar).

Draai alle radiatoren helemaal open. Zet de thermostaat hoger en laat de ketel een tijdje stoken. Wacht tot alle radiatoren goed warm zijn. 

Meet met de ir-thermometer de aanvoer- en de retourtemperatuur van een radiator. De aanvoertemperatuur is waar het warme water de radiator binnenkomt: de radiatorkraan. De retourtemperatuur is waar het water de radiator verlaat: het voetventiel.Let op als de plek waar je de temperatuur meet, glinstert. De ir-thermometer kan hierdoor een verkeerde temperatuur meten. Plak dan een stukje schilderstape over het glinsterende gedeelte.

De temperatuur van het retourwater moet 20-25% lager zijn dan de temperatuur van het aanvoerwater. Anders gezegd: Is je aanvoertemperatuur bijvoorbeeld 60 °C, vermenigvuldig dit dan met 0,75 en 0,8 om te weten wat de ideale retourtemperatuur is.

Haal de radiatordop van de radiatorkraan (bovenaan de radiator) af, zodat het 'binnenwerk' zichtbaar wordt. Je ziet dan een draaischijf. Met een speciale inregelsleutel kun je nu de opening naar de radiator aanpassen. Helaas, elk radiatormerk gebruikt een andere inregelsleutel. Dit kan het instellen lastig maken. Bovendien hebben niet alle radiatorkranen de mogelijkheid tot inregelen.

Bekijk het filmpje Radiator waterzijdig inregelen via de radiatorkraan   

Tips: Wacht na de elke aanpassing ongeveer 10 minuten voordat je de opening opnieuw aanpast. Breng telkens kleine veranderingen aan totdat de juiste temperatuurverhouding is bereikt. Iedere verandering heeft namelijk invloed op de hele cv-installatie: zodra één radiator langzamer doorstroomt, stroomt het water sneller in andere radiatoren.

Blijft de radiator koud? Als bepaalde radiatoren helemaal koud blijven, check dan eerst of die radiatoren wel goed functioneren. Zorg ervoor dat alle kranen open staan. Draai vervolgens alle radiatoren dicht behalve die van de koude radiatoren. Als deze nu wel warm worden, kunnen ze ingeregeld worden zoals hierboven is beschreven. Als de radiatoren echter koud blijven, is er een ander probleem (bijvoorbeeld lucht in de leiding, waardoor je ze eerst moet ontluchten).